(41) Polarisatie en de maatschappelijke gevolgen.

AUTEUR: Patrick Bailliu

THEMA: Filosofie

We doen er allemaal aan mee en toch roept de polarisatie ongerustheid op. Het lijkt alsof mensen zelf wel willen polariseren, maar tegelijk gevoeliger zijn geworden voor de posities van anderen. We kunnen onszelf afvragen of we daar zelf bewust van zijn of we langzaam verdronken zijn in de vanzelfsprekendheid ervan. Een mogelijke verklaring is dat we misschien angstiger geworden zijn dan ooit tevoren. Niet dan we voordien niet polariseerden, polariseren is van alle tijden. Waarom we dan angstiger geworden zijn laat ik voor nu in het midden. Ik wil me vooral toespitsen de gevolgen van polarisatie.

Wat is polariseren?

Onder polariseren versta ik een communicatieve handeling waarin contrasten of verschillen worden aangescherpt, mondeling of op papier. Maar polarisatie is niet alleen een actie. Het is ook een proces van verwijdering tussen (groepen) mensen.

Centrale vraag is: “Wat betekent polarisatie voor de stabiliteit van de samenleving?”

Als we over de samenleving praten dan komen we vlug terecht bij de politiek. Als we over politiek spreken dan beroep ik me op Hannah Arendt (1906-1975). Zij begreep de politiek als de onontkoombaarheid van politiek. (De Wit 1992). Ik licht dit even toe.

In haar hoofdwerk The Human Condition maakt Arendt onderscheid tussen Vita activa en Vita contemplativa. Arendt onderscheidt drie belangrijke vormen van menselijke activiteiten: arbeiden, werken en handelen.

De arbeid is de activiteit die correspondeert met het biologische proces van het menselijk lichaam ze is het leven zelf.

Het werken is dan weer de activiteit die correspondeert met de niet-natuurlijke aspecten van het menselijk bestaan. Hierdoor ontstaat een kunstmatige wereld. Het werken is het zijn in de wereld.

Het handelen is de enige activiteit die zich rechtstreeks zonder de noodzakelijke bemiddeling van materie of de dingen voltrekt. De menselijke conditie die daarmee correspondeert, is de pluraliteit (Arendt 1998, p. 7 e.v.). De pluraliteit is niet slechts een noodzakelijke voorwaarde, maar, volgens Arendt een specifieke conditie van iedere vorm van politiek leven.

Of met andere woorden: politiek, in welke vorm dan ook, bestaat inderdaad bij de gratie van meer dan een mens: ‘wij’. Maar het ‘wij’ lijkt een moeilijk begrip. We laten niet iedereen toe tot het ‘wij’. Het ‘wij’ lijkt wel een exclusief clubje. Wie niet voldoet aan de voorwaarden moet maar in het clubje ‘zij’ aanschuiven. Het ‘wij’ heeft zijn eigen taal, waarden en normen. Het ‘wij’ wil vooral het zelfbehoud van het clubje in de hand houden, wie verandering wil botst op weerstand. Politieke partijen zijn niet anders. Het instrument van de polarisatie moet de ‘wij’ club beschermen tegen indringers.

Politiek is wezenlijk polemisch van aard. Niet alleen taalkundig, maar ook in de realiteit van het politiek handelen treedt het polemische aspect van de politiek op de voorgrond. Een niet-gepolariseerde toestand is eigenlijk geen politieke toestand. Het kan een religieuze, morele, esthetische dan wel economische toestand zijn, die we een gedepolitiseerde toestand kunnen noemen, maar niet een politieke.

Om beter zicht te krijgen op het veelkleurige fenomeen van de polarisatie ga ik nu de oorzaken en gevolgen van polarisatie in kaart te brengen.

De meerwaarde van polarisatie vinden we in de vorming van groepen. Mensen hebben altijd al familiegroepen gevormd. Een complexe miljoenenmaatschappij als de onze heeft echter allerlei soorten groepen nodig. Die bieden ons een platform om onze identiteit te ontwikkelen, bijvoorbeeld in kerken en moskeeën, op sportverenigingen, in scholen, als werknemer, en zelfs op het discussieforum voor de liefhebbers van dwergteckels op het internet. Ook maken groepen het mogelijk om belangen te behartigen die wij als individu maatschappelijk gezien niet over het voetlicht weten te krijgen. En door de bevolking in groepen op te delen bewaren we het overzicht. De rol van polarisatie daarbij is dat de verschillen met andere groepen helder gemarkeerd kunnen worden. Dat zorgt voor binding binnen de groep en voor helderheid naar buiten toe. Tot zover dus goed nieuws. Polarisatie is constructief als ze in functie staat van de identificatie met de eigen groep. Dat maakt participatie mogelijk, en een stabiele maatschappij. Met betrekking tot de politiek is het een nuttig middel om politieke tegenstellingen in een samenleving helder te maken. Polarisatie behoort tot de core business. Het kan ervoor zorgen dat onaangename waarheden gezegd kunnen worden. Verder behartigen politici de belangen van hun achterban. Zij moeten dus herkenbare standpunten formuleren. Ook zullen ze hoog willen inzetten in onderhandelingen over besluiten. In een goed verlopend onderhandelingsproces is zeker plaats voor polarisatie. Tegengestelde meningen zorgen voor een scherpe confrontatie met het probleem, maar duurt zij te lang en wordt zij een doel in zichzelf, dan ontstaan er kloven die nauwelijks nog zijn te overbruggen.

Zo komen we terecht bij de risico’s namelijk stigmatisering en verwijdering. Polarisatie die doorslaat in wederzijdse verkettering is niet alleen ongunstig voor de regeerbaarheid, maar ook voor de verhoudingen in de samenleving. In een te sterk gepolariseerde setting kan de inhoud juist op de achtergrond raken. Naarmate de toon feller wordt en de aanvallen persoonlijker, verschraalt het debat. Posities worden zo ferm ingenomen dat er geen onderhandelingsruimte meer is. Of onderhandelen wordt voorgesteld als iets wat alleen maar tot slappe maatregelen kan leiden.

Polariseren kan een dermate eigen dynamiek krijgen dat de ontwikkeling van de groepsidentiteit gepaard gaat met een beknotting van de vrijheid van de ander. Dit gebeurt met name als mensen zich onveilig voelen of de ander als inferieur gaan beschouwen. De vrijheid om in de civil society te polariseren is dus niet zonder gevaar. Het gevolg kan zijn dat ‘de anderen’ – stuk voor stuk individuen met een rijk geschakeerde identiteit – opgesloten raken in de collectieve identiteit van een groep waartoe zij in meerdere of mindere mate behoren. Dat is des te fnuikender als de eigenschappen waarop zij worden ‘ingedeeld’ niet te beïnvloeden zijn, zoals herkomst, etniciteit of sekse, en daaraan negatieve eigenschappen worden verbonden. Dat leidt uiteindelijk tot stigmatisering. De groepsidentiteit gaat fungeren als verklaring voor alles wat niet goed gaat. Voor mensen van buiten de groep wordt de gepercipieerde collectieve identiteit de oorzaak van alle maatschappelijke problemen. Voor mensen binnen de groep kan het negatieve beeld de verklaring gaan vormen voor elk persoonlijk falen. Verder in het verschiet liggen dan totale uitsluiting en sociale instabiliteit.

Polarisatie mag dan voordelen hebben, door groepen te differentiëren maar ze bezit ook een destructieve zijde. Namelijk het stigmatiseren van de ander, waardoor de ander het mikpunt wordt van de wij groep. Discriminatie en racisme zijn er de gevolgen van.

Bronnen:

Polariseren binnen onze grenzen, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam, 2009

Polarisatie: “Bedreigend en verrijkend”, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam, 2009

 

Plaats een reactie