Van kritiek…
AUTEUR: Christophe Janssens
THEMA: Economie, Filosofie en Wetenschap
Terwijl het belang van bepaalde instituten gestaag afneemt, worden anderen belangrijker dan ooit. Waar religie ooit als een rode draad liep doorheen het menselijk handelen, bepaalt het religieuze instituut in het geseculariseerde Westen in steeds mindere mate hoe we met anderen omgaan. De greep dieechnologie op ons leven heeft, neemt dan weer exponentieel toe. Steeds belangrijker wordt dan ook de vraag hoe we de factor technologie dienen in te calculeren in de onderzoeksvraag naar het ontstaan en verder ontwikkelen van de waarden en instituties.
Vanuit historisch perspectief bekeken is deze evolutie een relatief nieuw gegeven. Lange tijd vormde het instituut technologie een nobele onbekende in de zoektocht naar een antwoord op de hierboven gestelde onderzoeksvraag. Net als de wetenschap werd en wordt technologie nog steeds beschouwd als wat men in de algebraïsche wiskunde een neutraal element zou noemen. Een element dat in de bewerking met een ander element geen verandering teweegbrengt. Niemand ontkent het bestaan en de massale aanwezigheid van technologie in onze maatschappij. Toch wordt de invloed ervan op onze waardepatronen vaak miskend. Alsof het element dat in zowat elke menselijke betrekking aanwezig is zonder gevolg zou blijven. Wie dit aura van neutraliteit weet te doorprikken zal echter merken dat technologische innovaties steeds vaker dicteren wat nastrevenswaardig wordt geacht in onze samenleving.
Dat technologie omringd wordt door dit aura van objectiviteit en neutraliteit hoeft niet te verwonderen. De Franse filosoof-socioloog Bruno Latour illustreert dit door technologie voor te stellen als een black box. Wat zich in deze zwarte doos afspeelt en welke input hiertoe wordt gegegeven blijft geheim voor de buitenwereld. Het technologisch proces wordt verhuld in een zwarte doos. Wat telt is het resultaat, de output van deze doos, met name de technologie die het voortbrengt. Het eigene aan technologie is dus dat het zijn eigen karakter verhult. Technical work is made invisible by its own success.
Een computerprogramma bijvoorbeeld heeft tot doel de eindgebruiker onbewust te laten over het ontelbaar aantal lijnen aan code die erachter schuilen. Een ‘succesvol’ horloge laat de drager ervan in het ongewisse over het ingenieuze raderwerk dat in de kast schuilgaat. Wat telt is wat op het computerscherm of de wijzerplaat verschijnt, wat de black box voortbrengt. Dit in tegenstelling tot andere domeinen -zoals het recht en de economie- waar de achterliggende processen net onontbeerlijk zijn. Een juridische uitspraak bijvoorbeeld zonder geldige rechtsgrond of argumentatie is volkomen waardeloos, net als een economische uitspraak zonder achterliggende analyse. In deze domeinen zijn de achterliggende waardepatronen dan ook veel makkelijker te herkennen.
De gedachte dat technologie niet zo objectief en neutraal is als aanvankelijk gedacht, hoeft niet te verbazen en al zeker geen doembeelden op te wekken. Er bestaan immers geen instituties die volkomen vreemd zijn aan menselijke input, net daar moeten we ons bewust van zijn. Laten we als voorbeeld hiervoor het instituut uit de inleiding hernemen, religie. Ook religieuze uitspraken en geschriften hebben menselijke input. Dat maakt religie niet plots onwaar, het plaatst deze uitspraken en geschriften wel in een ander daglicht. Deze vaststelling neemt overigens ook niet weg dat religieuze instituties voor bepaalde mensen nog steeds een rol kunnen spelen. Het is wel belangrijk om het absoluut transcendent karakter ervan te doorprikken. Zo kan de zondagse preek van de lokale priester eventueel wel een rol spelen in het scherpstellen van iemands moreel kompas, maar moeten we toch durven inzien dat aan de middeleeuwse aflatenhandel niet louter transcendente religieuze input ten grondslag lag, noch ook politiek-economische.
Het besef dat ook technologie niet vreemd is aan menselijke input -in welke vorm ook- is essentieel in de onderzoeksvraag naar het verder ontwikkelen van de waarden en instituties die het leven van mensen mogelijk maken en de moeite waard om geleefd te worden. Hoe neutraal en onbevooroordeeld technologie ook mag lijken, we dienen ons steeds bewust te zijn van het feit dat ook technologische innovaties dragers zijn van bepaalde waarden. Deze notie heeft Latour ons op een erg inzichtelijke wijze weten weer te geven aan de hand van de figuur van de black box.
Een nieuw gegeven hierbij is de opkomst van Artificial Intelligence of AI. Er zijn reeds vele pogingen gedaan geweest om het begrip artificiële intelligentie te definiëren, een zoektocht waar dit essay geen bijdrage aan tracht te leveren. Een steeds terugkerend element in al deze definities is dat daar waar eens menselijke input noodzakelijk was, AI deze overbodig maakt. Artificiële intelligentie laat technologie aldus toe autonoom op te treden. De toepassingen hiervan zijn eindeloos. Van robots die na het analyseren van duizenden voorbeelden zelfstandig een nieuwsbericht of toespraak kunnen schrijven tot een computer dat zelfstandig kan programmeren. Technologie die technologie voortbrengt.
Op het eerste zicht lijkt de Latouriaanse visie op technologie hiermee zwaar onder druk te komen staan. Hoe meer artificiële intelligentie op de voorgrond zal treden -of met andere woorden hoe zelfstandiger technologie wordt- hoe minder menselijke input de black box zal vergen. Het zou dan ook een logische reflex zijn om te veronderstellen dat artificiële intelligentie onze technologie objectiever maakt en op lange termijn zelfs objectief. Een discours dat bij bepaalde futurologen en AI-fanaten wel eens kan worden bespeurd.
Dit discours is echter niet zonder tegenargumenten. De menselijke input mag bij artificiële intelligentie dan wel minder direct zijn, maar is daarom niet afwezig. Alvorens een bepaalde technologie als input kan dienen voor de black box dient zij eerst zelf gegenereerd te worden door middel van een eigen black box. De menselijke input wordt onrechtstreeks, aangezien ze plaatsvindt in een eerder stadium, en raakt zodoende verhuld in een eerdere black box.
Het zou dan ook verkeerd zijn de Latouriaanse bevindingen op technologie zomaar aan de kant te schuiven. Net nu de menselijke input in technologie minder rechtstreeks wordt, wordt het inzicht dat ze er wel degelijk is belangrijker dan voorheen. De black box wordt meer opaque dan ooit tevoren en net daarom meer relevant.
…naar dialoog
- Kent technologie objectieve en neutrale toepassingen?
- Welke rol speelt technologie in de samenleving?
- Kan de technologische evolutie leiden tot een nieuw waardensysteem?
- Is de visie van Bruno Latour op technologie correct?