(64) De Ontmaskering van Schild en Vrienden… En Onze Democratische Principes?

AUTEUR: Stephan De Winter

THEMA: Filosofie, Media, Politiek

OPMERKING: Dit artikel verscheen op de website van Stephan De Winter (https://medium.com/@stephandewinter/de-ontmaskering-van-schild-en-vrienden-en-onze-democratische-principes-1251dd761f7b). Na goedkeuring van de auteur is het artikel overgenomen door Mirari.

De uitdrijving van Dries van Langenhoven, leider van de rechts-identitaire beweging Schild en Vrienden, aan de Universiteit Gent baart me zorgen. Grote zorgen. Laat ik er maar meteen, bij wijze van caveat, bij zeggen dat ik, ten eerste, Dries Van Langenhoven nooit heb ontmoet , noch op eender welke andere manier met hem gecommuniceerd heb; en ten tweede, dat ik allesbehalve tuk ben op de rechtse identiteitspolitiek die opmars aan het maken is in Europa, en dus zeker nooit betrokken ben geweest bij een of andere rechtse beweging. Dit is geen verdediging van Schild en Vrienden, Dries Van Langenhoven of eender welk ander politieke standpunt.

Wat ik wel wil verdedigen zijn bepaalde democratische principes die ooit door weldenkend Vlaanderen hoog in het vaandel gedragen werden. Tenminste, dat dacht ik. Ik stel immers vast dat die principes, tijdens de blitz-beslissingen van de afgelopen dagen, zo snel op de schop gegaan zijn dat niemand zelfs maar de tijd had om zich af te vragen: “Wacht eens, wat zijn we eigenlijk aan het doen? Is dit niet allemaal wat overhaast?” Durven we nog te denken, te midden van een storm van verontwaardiging? Sapere aude?

Of wordt er misschien wél hier en daar, lang en diep nagedacht, maar durft niemand het te zeggen, uit schrik voor de repercussies? Ik weet het niet… Net zoals heel die Schild-en-Vrienden-affaire me heeft opgezadeld met een hoop dingen die ik niet weet. Maar ik denk na, en ik hoop dat dat inspirerend werkt. Want, naast Dries Van Langenhoven en zijn Schild-en-Vrienden-kliek, die zo hard liegen dat ze zwart zien (o, de ironie), ben ik van mening dat een heel pak betrokken partijen ook eens diep moeten nadenken over hun acties van de afgelopen dagen. Ik denk daarbij aan alle commentatoren op sociale media. Ik denk ook specifiek aan UGent rector Rik Van De Walle en de studenten aan de Universiteit Gent. Tim Verheyden, die natuurlijk ook. En de VRT.

Daarom, nu er een tuchtprocedure loopt die kan resulteren in de definitieve uitsluiting van Dries Van Langenhoven aan de Universiteit Gent, die tenslotte gefinancierd is met ons belastinggeld, wil ik hier een aantal bedenkingen op een rijtje zetten:

· Willen we echt een universiteit die studenten de laan uit kan sturen op basis van memes die werden gedeeld in een besloten chatgroep? Willen we echt dat aangebrande uitspraken in besloten kring een criterium van uitsluiting aan een universiteit worden? En wie in besloten kring lacht met Hans Teeuwendie roept: “Alle vrouwen zijn kuthoeren!”, loopt die ook gevaar? Hoeveel koppen moeten er rollen als dit de gang van zaken wordt?

· Willen we echt een universiteit die studenten buiten kan gooien op basis van hun politiek gedachtegoed? Stel dat een rector op basis van de anti-discriminatiewetgeving (2007) argumenteert dat extreemrechtse antipathieën tegenover immigranten, minderheden, enz., niet thuishoren aan een universiteit. Dan moet dat even goed gelden voor discriminatie op basis van vermogen, die eveneens in de wetgeving vermeld staat. Horen links-marxistische antipathieën tegenover de bourgeoisie, bankiers, kapitalisten, enz., dan ook niet meer thuis aan de universiteit? (En indien wel, waarom deze voorkeursbehandeling voor extreemlinks?)

· Willen we echt een universiteit die zich het recht voorbehoudt een democratisch verkozen studentenvertegenwoordiger buiten te smijten zonder inspraak van de studenten (en niet enkel de twee die zullen zetelen tijdens de tuchtprocedure)? Was het niet beter geweest als Dries Van Langenhoven uit de raad van bestuur was geweerd op basis van een interne procedure, zoals een motie van wantrouwen?

· Had de Universiteit Gent er niet beter aan gedaan om zelf het parket van Gent in te lichten en in afwachting van de rechterlijke procedure Dries voorlopig te schorsen? In zijn perscommuniqué nam rector Rik van de Walle namelijk al duidelijk positie in als universiteitshoofd: “‘We moeten onze verantwoordelijkheid nemen. We hebben de procedure opgestart om Dries uit te sluiten van de UGent, aan de unief is geen plaats meer voor hem.

· Zijn “memes” echt “een internet-taal geworden om te zeggen wat je denkt”, zoals Tim Verheyden beweert? Moeten we de ironische/cynische meme-cultuur als criterium gebruiken om iemands racisme/seksisme te meten? Laten we ons, ten eerste, bedenken dat ironie voor velen een wezenlijk onderdeel is van deze internetcultuur. En ten tweede, zolang je niemand fysieke schade berokkent of daar direct toe oproept, is het bij mijn weten geen misdaad om de grenzen van het toelaatbare op te zoeken.

· Is het (intern) delen van racistische/seksistische memes aanzetten tot haat? Prof. Jogchum Vrielink, die verbonden is aan de Université Saint-Louis in Brussel zegt: “De praktijk leert ons dat het Grondwettelijk Hof daar veel ruimte laat voor de vrijheid van meningsuiting.” Alsook: “De boodschap moet echt actief aansporen, aanzetten tot haat of geweld.” Dus, dan wordt de vraag: is het delen van wansmakelijke memes een actieve aansporing? Zet iemand die graag moppen over domme blondjes vertelt actief aan tot haat tegenover blondines?

· Is een besloten chatruimte een openbare ruimte? Prof. Vrielink legt opnieuw uit: “De openbaarheid is beperkter dan mensen denken. Tien mensen is al voldoende, laat staan dat het gaat om groepen met tientallen of honderden leden.” Juridisch gesproken is het dus zeker mogelijk, maar toch moeten we ons de vraag stellen: sluit deze juridische definitie aan op ons gezond verstand? Zouden we niet verontwaardigd reageren moest onze dronken, racistische nonkel op z’n werk ontslagen worden omdat hij op een bescheiden familiefeestje een aangebrande mop heeft verteld?

· Willen we aan bepaalde maatschappelijke opvattingen zo’n zware repercussies vast hangen dat niemand ze nog zal durven te verdedigen? Wat zal dat doen met het maatschappelijk debat? Is dit geen manipulatie van de marktplaats der ideeën? Hebben we er niet allen baat bij als elk idee publiekelijk kan getoetst worden? “Wie vandaag een traditioneel kerngezin wil starten, wordt gezien als een freak,” “van geslacht veranderen is niet normaal” — het zijn uitspraken waar ik me zelf nooit zou achter scharen, maar dat maakt hun tegenposities nog niet vanzelfsprekend. Is het niet beter om erover te debatteren en zulke opvattingen niet meteen onder aantijgingen van racisme en seksisme te bedelven?

· Is het niet normaal dat een belangenvereniging er belang bij heeft om “sleutelposities” in te nemen in de belangrijkste bestuursorganen van Vlaanderen, zoals bijvoorbeeld in de Vlaamse jeugdraad? Zouden andere politieke verenigingen niet exact hetzelfde betrachten? (En hebben ze dat in het verleden ook niet gedaan?) Het woord dat tijdens de Pano-documentaire gebruikt werd, namelijk ‘infiltratie’, is hier van cruciaal belang. Het was journalist Tim Verheyden die het woord ‘infiltreren’ gebruikte om deze strategie te kenmerken. Schild en Vrienden daarentegen gebruikte het om integratie in een slecht daglicht te stellen, onder het motto: “Integratie is infiltratie.”

(We moeten hier opmerken dat Schild en Vrienden letterlijk gezegd heeft dat ze er “alle belang bij (heeft) dat sleutelposities in de maatschappij binnen onze etnische groep blijven.” Deze uitspraak is natuurlijk onverdedigbaar. Maar zijn met die uitspraak ook strafbare feiten gepleegd? Twijfelachtig.)

· Hoe zou de Universiteit Gent reageren als Pano eenzelfde documentaire zou maken over Comac, de communistische studentenvereniging, en in een chatgroep berichten had zien opduiken à la: “Kill all the bankers!”? Was dat ook een grond voor uitsluiting geweest? En wat als ze hadden opgeroepen tot de langverwachte revolutie, waarin de bourgeoisie eindelijk omvergeworpen wordt? En had Pano, met oog op evenwichtige berichtgeving, alsook om niet de schijn van partijdigheid te wekken, er geen goed aan gedaan om ook eens een kijkje te nemen bij deze en soortgelijke studentenverenigingen?

· Is het wel zo verstandig om politieke bewegingen te onthoofden en hun discours te verbieden? Creëren we daardoor geen groter slachtoffercomplex, met nog meer leden en potentieel grotere radicalisering als gevolg? Dreigt de groep nu niet volledig ondergronds te gaan, waar we geen vat hebben op hun gedachtegoed, en waar we ze niet meer van repliek kunnen dienen? Dreigt Dries Van Langenhoven nu geen rechtse-identitaire martelaar te worden die voor eeuwig zijn status zal kunnen gebruiken om nieuwe mensen te werven?

· Gaat het parket van Gent ook akte nemen van de bedreigingen die aan het adres van Dries Van Langenhoven geuit zijn? Bij mijn weten heeft Schild en Vrienden geen directe bedreigingen geuit aan het adres van de minderheidsgroepen waar ze duidelijk op neerkijken; ze hebben er zich “slechts” neerbuigend over uitgelaten. Maar als memes een reden tot vervolging zijn, zijn doodsbedreigingen dat dan ook?

· Kunnen wij meer dan louter extremistische bewegingen afbreken, en zelf een wervend, positief verhaal vertellen waarin verloren jongeren een identiteit kunnen vinden? Er mag namelijk één ding duidelijk zijn: veel jongeren voelen zich verloren vandaag. Ze zitten in een betekenis-crisis. Ze vinden hun weg niet in onze huidige samenleving en wenden zich daarom tot extreme groeperingen om zich geborgen te voelen. Wel, hoe zullen wij ervoor zorgen dat onze jongeren een thuis vinden? Hoe zullen wij hen helpen om betekenis aan hun leven te geven?

En dan m’n allerlaatste twijfel: zelftwijfel. Probeer ik zo fundamenteel ruimdenkend te zijn dat m’n hersenen er stilaan uitvallen? Ben ik misschien zelf een — wat men in het Engels noemt — ‘freedom of speech absolutist’, voor wie er echt geen grenzen aan vrije meningsuiting zijn, tenzij ze geweld tot gevolg hebben? Wil ik echt principieel het recht verdedigen om zelfs racistische uitspraken vrijelijk te laten circuleren? Want daar draait het om.

In het ledenbestand van Schild en Vrienden zitten ongetwijfeld rasechte racisten — mensen voor wie ik nooit in de bres had willen springen, en wiens gedachtegoed ik niet enkel incorrect vind: ik geloof dat ze meehelpen aan de morele afbraak van onze maatschappij. En toch huiver ik om het woord ‘racisme’ te gebruiken. Waarom? Wel, zoals Dries Van Langenhoven zelf al zei: “Het woord zo is uitgehold dat het niet meer oprecht kan gebruikt worden.” En daar moet ik hem jammer genoeg gelijk in geven…

Wanneer komt dan eindelijk het moment dat ik resoluut de grens trek en zeg: “Zulke uitspraken mag je niet doen, dat is racisme!”? Wanneer worden uitspraken een sluipend gevaar voor de maatschappij? In alle eerlijkheid, ik weet het niet…

Na deze bevraging wordt het tijd om (nogmaals) open kaart te spelen. Behalve dan om hun Sturm und Drang, die toch enige bewondering oproept, veracht ik Schild en Vrienden en alles waar ze voor staan. Dat bedoel ik zowel inhoudelijk (hun anti-immigratie, een terugkeer naar het traditionele gezin, anti-transgenderisme, etnisch nationalisme, …) als tactisch (trollen, vlaggen vernielen, clickfarms, beleidsorganen saboteren, denigrerend taalgebruik…).

Maar waar ik even veel schrik voor heb als voor identitair-rechts, is dat we zelf zo extreem op extremisme reageren dat we ondertussen de democratische principes negeren waar ons samenlevingsmodel op gebouwd is. Daarmee doel ik op de vrijheid om onze eigen levens vorm te geven zoals we dat zelf willen, zolang we anderen geen schade toebrengen (i.e. het schadebeginsel van John Stuart Mill). Zolang we dat niet consequent willen toepassen op visies en levenswijzen waarmee we het pertinent oneens zijn, stellen we iedereen die ons van hypocrisie beticht feitelijk in het gelijk.

Toen Schild en Vrienden de protestvlag voor een socialer Europa aan het Gravensteen neerhaalde, riep een activiste: “Kapotmaken kunt ge, maar wat kunt ge maken?” Prachtig vond ik die uitspraak. Maar nu de mediastorm gaan liggen is, wordt het tijd dat wij ons dezelfde vraag durven te stellen. Goed, we hebben het leven van een rechtenstudent met rechts-identitair gedachtegoed kapotgemaakt. Maar wat kunnen wij maken, zodat onze jeugd nooit meer naar figuren als hem moet afdrijven om hun identiteit te vinden?

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s