AUTEUR: Jesse Van den Eynden
THEMA: Kunst
Als je op het internet foto’s zoekt van de meest bekende componist uit Estland, kom je steeds uit bij een man met een gelukzalige uitstraling: alsof Arvo Pärt het allemaal op een rijtje heeft… Je wil meteen de rust die hij uitstraalt bezitten! Diezelfde rust vind je terug in zijn muzikale composities.
Toch heeft Arvo Pärt een hele zoektocht naar een eigen muzikaal universum achter de rug. Hij ging op zoek naar de bron van muziek, naar het wezenlijke achter melodie, harmonie en ritme. Blijkbaar met resultaat, als we kijken naar zijn succes. Hoe is hij daartoe gekomen?
Gregoriaanse gezangen en spiritualiteit
Op een bepaald moment in zijn leven komt de zoektocht naar zijn eigen muzikaliteit tot een vruchtbaar einde. Hoewel religie al vanaf het begin in zijn leven aanwezig is, betekent dat specifieke punt toch de ommekeer. Niet dat Pärt ineens een goddelijke interventie heeft waarbij hij de klanken op een bedje geserveerd krijgt! Pas na veel studie rond het orthodoxe geloof komt hij tot een nieuwe compositietechniek die hij tintinnabuli noemt.
Pärt groeide op in een gezin met een orthodoxe vader en een lutheraanse moeder. Hij werd opgevoed in een protestantse traditie in Estland toen het land nog onder het Sovjetjuk zat. Tijdens zijn studie aan het conservatorium beluistert en analyseert hij vele religieus geïnspireerde werken uit het Westen. In het begin van zijn carrière brengt hij een aantal belangrijke muzikale stukken uit die niet altijd in dank worden afgenomen door het regime. Vooral omdat het Sovjetregime in essentie atheïstisch was. Maar een kunstenaar kan zijn inspiratiebronnen natuurlijk niet zomaar verloochenen…
Eind jaren 60 – begin jaren 70 componeert hij gedurende een hele periode bijna niets. Hij zit in een overgangsperiode: op persoonlijk, spiritueel en muzikaal vlak is hij op zoek. Hij verdiept zich intens in Gregoriaanse muziek. Die heeft hem volledig in de ban. Het gaat hem vooral om het pure aspect en de wezenlijkheid van deze kunstvorm. Pärt verstopt zichzelf tijdens zijn zoektocht, zoals het een echte kluizenaar betaamt. Zo ontdekt hij ook een nieuwe soort spiritualiteit. Die Gregoriaanse gezangen zijn ontstaan uit een diep geloof en aanhoudende gebeden. Ze laten hem zien dat wie naar deze muziek luistert best ook een reis van geloof en gebed onderneemt.
In 1972 treedt Pärt officieel toe tot de Orthodoxe kerk. Voor hem betekent dat niet dat hij zich afkeert van zijn protestantse achtergrond of toenadering zoekt tot de Russische overheerser. Het Russisch-orthodoxe geloof bleef namelijk altijd aanwezig bij de gewone bevolking, ook al werd het onderdrukt door de Sovjets. Het gaat bij hem om een nieuwe levensvisie, een toewijding die hem op muzikaal gebied veel zal opleveren.
Welke invloed heeft deze nieuwe levensbeschouwing op zijn muziekcomposities?
Tintinnabuli: stilte waarderen
In 1976 brengt hij na een lange stilte weer een nieuwe compositie uit: Für Alina. Een eenvoudig, maar oh zo betoverend pianostuk. Vanaf dan hebben al zijn composities een zeer religieuze achtergrond. Hij past ook zijn nieuwe muzikale techniek toe: Tintinnabuli.
Als je zijn nieuwe werken beluistert, merk je dat er op muzikaal vlak weinig gebeurt. En tegelijkertijd ook juist zoveel. Pärt verstaat de kunst om stilte te laten spreken. Zijn eerste compositie sinds zijn kluizenaarschap is hiervan een prachtig bewijs.
Luister hier naar Für Alina in een live uitvoering van Joana Gama!
De term Tintinnabuli komt van het latijnse woord voor ‘bel’ of ‘klokje’. Toch klinkt zijn muziek niet als bellen. Het gaat meer om de sonische kwaliteiten van bellen, de boventonen en de verschillende timbres die hierbij mogelijk zijn. Structuren die door een gestage opbouw van muzikale patronen de geluiden zelf op de voorgrond brengen. Daarbij gaat het niet alleen om een welbepaalde melodie. Het is een concept van spiritualiteit, van een voortdurende ontdekking.
De eerste composities na zijn heropleving, geïnspireerd door zijn nieuwe geloof, zijn tekstloos. Latere composities zijn zeer gekenmerkt door liturgische teksten. Pärt erkent zelf dat hij de teksten wil laten leven door zijn muziek. Zo komt de echte betekenis van de teksten tot leven en kan de luisteraar die ook voelen. Het is een duidelijke spirituele belevenis. Voor veel luisteraars gaat de tekst niet die ultieme spirituele betekenis geven. Het gaat uiteindelijk om de muziek zelf. Een tekstloze compositie zoals Fratres of Spiegel im Spiegel laat een even grote indruk na dan een nieuwere compositie met tekst zoals Adam’s Lament.
Wisselwerking tussen hoop en lijden
Pärt bereikt niet alleen gelovige luisteraars, hij weet luisteraars vanuit vele verschillende hoeken te bekoren. Het gaat hierbij altijd om een transcendentale ervaring, een universaliteit die voelbaar is. Voor de Estse componist lijkt het alsof er een verbinding is tussen de hogere hemelse sferen en de aardse werkelijkheid. Via zijn muziek kan iedereen genieten van deze sensatie.
Peter Bouteneff schreef een mooie biografie over Pärt en is een grote kenner van zijn muziek. Hij vertelt wat er nog meer voortkomt uit deze brug tussen hemel en aarde: bij elke luisterbeurt hoor je een wisselwerking tussen hoop en lijden. Tussen elke noot door krijg je het gevoel dat er misschien iets goeds staat te gebeuren. En toch is het lijden nooit ver weg, net zoals dat zich in de echte wereld ook manifesteert.
Voor Pärt is dat geen negatieve boodschap. Het is volgens hem zelfs geen boodschap. Het is een realisatie zodat iedere luisteraar schippert tussen deze sterke emoties, zowel bij de muzikale ervaring als in het gehele mens-zijn. Elke compositie is een hoogst persoonlijke ervaring die de bebaarde muzikant met ons wil delen zodat iedereen kan meegenieten.
‘Nobelprijs voor theologie’
Religie, en meer bepaald de orthodoxe christelijke religie, gaf Pärt een reden om zijn eigen muzikale stijl te ontwikkelen. En tegelijk ook een nieuwe zin voor zijn leven als componist en als mens. Religie dompelde hem onder in een meer contemplatieve denkwijze. Op welke manier dat nieuwe geloof precies invloed heeft gehad, kan hij zelf niet uitleggen. Het is meer een gevoelskwestie voor hem die zijn visie op muziekcompositie grondig veranderde.
Hij neemt bestaande patronen als uitgangspunt, giet die in een andere structuur en maakt ze eenvoudiger. De muziek van Pärt is uniek omdat hij op een heel duidelijke manier Slavische en Westerse muzikale en religieuze tradities met elkaar verbindt.
Een mooi eerbetoon hiervoor is de Joseph Ratzingerprijs 2017. Pärt zal die op 18 november 2017 ontvangen omdat hij geloof als centraal thema gebruikt in zijn composities. De componist is trouwens sinds 2011 lid van de Pauselijke Raad voor Cultuur. De prijs zelf werd in 2010 ingesteld door paus Benedictus XVI. Sommigen beschouwen het als de Nobelprijs voor theologie. Een goede reden om de sacrale muziek van deze Estse componist eens door je huiskamer te laten galmen!
Mooi artikel. De muziek van Pärt raakt een universele dimensie, een snaar die ieder van ons op een eigen manier kan beroeren. Voor de een verbonden met het religieuze en transcendente; voor de ander met de stem van de natuur; voor weer een ander als de wonderlijke emanatie van de wiskundige ordening die muziek is. De uitgepuurde composities zijn toegankelijk, ze komen binnen. Vanuit welk perspectief de muziek van Pärt je raakt, doet er niet toe. Dat het gebeurt, daarin schuilt de schoonheid. Je artikel geeft me meer inzicht in de persoon van Pärt die voor mij tot nu toe wat buiten beeld bleef. Ik ga met interesse de biografie van Bouteneff lezen.
LikeLike